Christina

Hier vertelt Christina haar verhaal over het seksueel misbruik dat zij meemaakte. Christina werd misbruikt door meerdere daders, vanaf dat zij een klein meisje was tot aan haar 20e jaar.

13 september 2016 – Christina

“Ik kom uit een gezin van 9 kinderen, waarvan ik de jongste ben.
Mijn vader was een oprechte man. Hij stond bekend als een innemende man met gezag, maar tegelijk als iemand met veel humor. Hij was recht voor de raap. Vanwege gezondheidsredenen was hij met de VUT gegaan, dus hij was in mijn jeugd ook vaak thuis. Daarnaast was hij ook wel veel op pad voor onder andere de kerkenraad en andere bestuurlijke functies. Mijn vader is overleden toen ik amper 20 jaar oud was, na een langdurige ziekteperiode van kanker.
Mijn moeder is een pittige vrouw, maar ook zeker een echte moeder die veel tijd aan mij heeft besteed. Ze was er altijd voor me.
Van buitenaf werd er veel naar ons gekeken en gewezen in een positieve zin. Bij ons lag alles goed op de rails. In ons gezin was dit ook zeker waar. Alleen hadden mijn ouders niet in de gaten wat er bij mij allemaal aan de hand was. Terwijl mijn vader er juist om bekend stond dat hij snel zag wanneer er bijvoorbeeld psychische problemen speelden bij de kerkelijke gemeenteleden.

Seksueel misbruik

Het misbruik begon toen ik rond de 1 ½ jaar oud was. Een neef van mij, de zoon van mijn tante, had zelf geen zusje. Hij was erg gek op mij. Alleen had dit een ander tintje. Hij begon al zo jong als ik was met seksueel ongepaste activiteiten, die zich eigenlijk alleen maar uitbreidden naar mate ik ouder werd. Hij was 8 jaar ouder dan ik en had allerlei boekjes met trucjes die hij toepaste. Hij is gestopt toen ik ongeveer 10 jaar oud was.

Daarnaast heeft een broer van mijn zwager mij misbruikt. Deze zeer geslepen jongen was 5 jaar ouder dan ik. Hij is begonnen toen ik een jaar of 6 was en gestopt toen ik rond de 14 jaar was.
Hij leerde twee neven van mij, zoons van een oudere zus, wat er allemaal kon en leuk was en betrok ze op die manier bij het misbruik. Hij deed aan ze voor wat er zoal mogelijk was, en vooral wat er prettig was voor jongens. Deze bewuste neven zijn nog doorgegaan tot ik 19 jaar was.

Toen mijn vader was overleden, wilde ik mijn moeder niet meer alleen laten slapen. Zo sliep ik zelf ook niet meer alleen. Hierdoor is het misbruik gestopt.

Het misbruik hoorde er voor mij dus helemaal bij.
Bovendien werd ik veel gepest op school. Dat was een schril contrast met alle mannen die mij wel heel erg lief vonden. Dit gaf bij mij veel verwarring. Op school werd ik gepest, vooral door jongens, en thuis werd ik geliefd door jongens. Hoewel ik al heel snel wist dat dit niet de aandacht was die ik nodig had, was ik er toch ‘blij’ mee dat anderen mij wel aandacht gaven.

Ik durfde er niet aan te denken dat het misbruik dat plaatsvond niet goed zou zijn. Ik werd bedreigd: wanneer ik zou gaan praten, dan kreeg ik een kind en dat moest dan gedoopt worden voorin de kerk. Dan kon iedereen zien dat ik een vies en slecht mens was. Dus praten liet ik wel.

Mijn ouders hebben veelvuldig aan de bel getrokken vanwege het pesten op school maar er is weinig mee gedaan. Ik vertoonde een scala aan klachten, maar helaas gingen er geen bellen rinkelen. Het pesten is doorgegaan tot de laatste schooldag op de MEAO. Toen was ik inmiddels 17 jaar oud.

Hulpverlening

Ik heb hulp gekregen toen ik in het laatste jaar van de MEAO zat, omdat ik toen wegrakingen had die niet medisch te verklaren waren. Achteraf gezien waren dit dissociaties.
Ik werd aanvankelijk behandeld voor een depressie en pas 8 jaar geleden (2008) ben ik begonnen met het verwerken van de trauma’s uit mijn jeugd.
Ik kwam toen terecht in een gastgezin en ik dissocieerde 21 uur per dag. De gastouders stelden me voor een keus (vanuit hun eigen nood, want ze konden niks voor me doen en ze zagen me steeds verder afglijden): je gaat praten of je gaat je leven lang slijten in de psychiatrie.
Dit was een schokkende ervaring. Maar vanaf dit moment is wel mijn herstel ingezet. Ik ben hun tot op de dag van vandaag nog steeds dankbaar voor deze duw.
Het allerbelangrijkste in deze confrontatie is dat ze mij ook daadwerkelijk zijn blijven steunen tot op heden, en me nooit hebben laten vallen. Ik denk dat dit de grootste reden is waardoor ik nu zo ver gekomen ben.
Ik heb vanaf 2011 3 jaar lang wekelijks EMDR gevolgd. Inmiddels heb ik geen hulpverlening meer. Dit is boven mijn eigen verwachting, maar ook boven die van de vele hulpverleners die ik in de loop van de jaren heb gehad.
Inmiddels zet ik mijn eigen ervaring in als deskundigheid in de hulp voor andere mensen. Dit houd in dat ik werkzaam ben binnen een GGZ-instelling en daar met het team nadenk over verbeteringen in de zorg.
Verder geef ik trainingen aan mensen die in de GGZ werken. Ook geef ik training op scholen. Kortom: er is leven na de psychiatrie!

Op dit moment ben ik vrijgezel. Door het misbruik ben ik niet in staat om een relatie aan te gaan. Een ongewilde erfenis die je meekrijgt. Soms vliegt het me weleens aan dat ik alleen door het leven moet gaan. Het is geen vrijwillige, maar een door het verleden gedwongen keus. Door het verleden ben ik ook lichamelijk behoorlijk verwoest. Ook dat hoort bij de blijvende gevolgen.

De straf op zwijgen is levenslang. Daarom hier voor lotgenoten een extra aansporing om te gaan praten. Hoe eerder hoe beter. Des te eerder kun je geholpen worden om de brokstukken op te ruimen. Laat je niet overhalen door allerlei mooie beloftes vanuit de daders, of juist door dreigementen. Want daarmee houden ze je in de greep.

Ik wil dringend tegen je zeggen: Ga praten. Het lijkt me een goede aanzet wanneer je begint bij het Reformatorisch Meldpunt. Want die stap ben je aan het overwegen, of heb je genomen wanneer je dit leest. Ga ervoor. Je hebt het nodig!!”

De naam van Christina en de foto zijn gefingeerd.

Doorpraten over het verhaal van deze vrouw?

© Reformatorisch Meldpunt, 2016
Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Reformatorisch Meldpunt is het niet toegestaan de inhoud van bovenstaand artikel te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar te maken.