Misbruik en feestdagen
Misbruik en feestdagen
“Wie kijkt er niet uit naar de feestdagen? Veel mensen kunnen niet wachten tot het zo ver is. Ook ik begin al vroeg met aftellen: in september is het nog ongeveer drie maanden en dan start de ‘feestmaand’ van het jaar. Een maand vol van gezelligheid, familie, eten, samenzijn en cadeaus. Alleen mijn aftellen heeft niets te maken met het verheugen op. Het is voor mij de moeilijkste periode van het jaar.
In de aanloop naar december probeer ik me te wapenen tegen folders en kranten boordevol met perfect gedekte tafels met liefdevolle families, etalages met cadeaus en kerstdecoratie en de muziek die over de straat schalt. Het lijkt vredig en perfect. Voor mij is het een gevecht voor een ‘feestmaand’ zonder crisisopnamen of een zelfmoordpoging.
Gekwetst en afgewezen
Door seksueel misbruik en mishandeling werd ik uit huis geplaatst. Daardoor kwam ik terecht in verschillende pleeggezinnen en instellingen. In een van de gezinnen waar ik woonde, kreeg ik te horen dat ik op 5 december niet welkom was: de familie vierde Sinterklaas met het ‘eigen’ gezin. Ik was gekwetst en voelde me afgewezen. Of als het twaalf uur was tijdens de jaarwisseling wachtte ik vijf minuten omdat eerst de ‘eigen’ familie geknuffeld moest worden. Die minuten voelde ik het gemis van een lief broertje en zusje die je zo graag zou willen knuffelen en vasthouden maar die er niet zijn – die je al jaren niet meer hebt gezien.
Een ander moment was toen de instelling waar ik kwam te wonen tijdens de feestdagen haar deuren sloot: mijn thuis trok de deur dicht. Daar stond ik, alleen en geen thuisfront om op terug te vallen. Schoorvoetend belde ik mensen uit de gemeente op of ik een deel van de feestdagen bij hun mocht verblijven. Het antwoord wat ik kreeg was meestal: ‘sorry we vieren kerst met onze eigen familie. Ik hoop dat je snel wat kunt vinden.’ Uiteindelijk verbleef ik een paar dagen op tiental verschillende plekken om maar niet tot last te zijn. Vaak overwoog ik om een hotel te boeken maar ik was nog geen 18. Of om mezelf te verstoppen onder het bed of in de kast zodat ik niet hoefde te vragen om ergens te mogen zijn.
Tijdens deze feestweken werd het gevoel dat ik altijd al had ontzettend versterkt: ‘je doet er niet toe’, ‘je hoort nergens echt bij’ en ook het gevoel dat als het erop aan komt, niemand je wil. Telkens was daar de confrontatie dat ik geen familie had om op terug te vallen. Gedachten vol wanhoop en intense angst en verdriet namen de overhand, ik viel terug in oude patronen en mijn bestaansrecht leek volledig verdwenen.
Keuze voor regie
De zekerheid dat ik nu een dak boven mijn hoofd heb en een bed om in te slapen geeft me meer houvast en stabiliteit. Toch maakt het de maand niet minder moeilijk, want ik voel me van binnen nog steeds eenzaam met het gemis van een familie die van je houdt en om je geeft. Wel heb ik een keuze gemaakt om me niet te laten leiden door de tradities. Ik heb bewust mijn eigen plan gemaakt om te weten wat ik wil en nodig heb om deze dagen goed door te komen. Ik heb mensen uitgenodigd op Eerste Kerstdag waarvan ik wist dat zij ook alleen Kerst zouden vieren. En met Oud en Nieuw ben ik met een vriendin naar het buitenland geweest. Voor het eerst heb ik echt genoten en door de straten gehuppeld als een klein meisje en genoten van de lampjes en gezelligheid. Weg van daders, weg van vuurwerk, weg van lege nieuwjaarswensen. Het heeft mij geholpen om zelf de regie te nemen en positieve ervaringen op te doen.
Nodig de ander uit
Ook naasten en omstanders kunnen hier bij helpen. Kijk in uw omgeving of gemeente of er mensen zijn waarvan u weet dat ze eenzaam zijn of een moeilijke tijd hebben. De aandacht gaat vaak naar eenzame ouderen maar er zijn ook eenzame jongeren die weinig mensen om zich heen hebben of zich in een moeilijke situatie bevinden. Nodig hen eens uit. Zou de Heere Jezus niet hetzelfde hebben gedaan? Hij was immers altijd bezig om op te komen voor de verstotenen en eenzamen.
Dichterbij dan ooit
Waar het uiteindelijk om draait staat haaks op wat wij hebben gemaakt van de feestmaand. Voor mij is het kerstverhaal zoveel dichterbij gekomen door mijn eigen verhaal. Maria en Jozef hebben ook zelf moeten vragen om een dak en een bed. Voor hen was nergens plek. De Heere Jezus werd geboren, maar was eigenlijk niet welkom op de aarde. Hij ging en gaat ons voor en weet als geen ander wat het is om genegeerd, mishandeld en misbruikt te worden. Hij werd vernederd en nergens was een plek om Zijn hoofd te rustte te leggen. In Zijn lijdensweg hield Hij zich vast aan de beloftes van Zijn Hemelse Vader. Voor mensen die misbruikt zijn kan het vertrouwen en Vaderbeeld heel lastig zijn. Voor mij is dat ook nog steeds een worsteling. Het helpt mij om te zien dat mijn verwekker zijn vader-naam niet waardig is. Daardoor kan ik mijn Hemelse Vader wel als Vader zien. Het geeft mij hoop en houvast om ooit Thuis te komen en voor eeuwig feest te mogen vieren om Hem alle lof en eer te geven. Alle tranen zullen van onze ogen gewist worden. Bij Hem is er altijd plek en Hij zal ons nooit de deur wijzen omdat het Hem niet uitkomt. Bij Hem zijn geen voorwaarden of sociale verwachtingen. Hij zal een ieder die zijn zonden aan hem belijdt en terugkeert naar Hem in Zijn armen sluiten. Wat een verwachting! Het feestgedruis van deze maand gaat aan mij voorbij, en ik voel gemis, maar vier meer dan ooit feest in mijn hart en voel een diepe vrede die elk aards feest te boven gaat.”
Doorpraten over het verhaal van deze vrouw?
© Reformatorisch Meldpunt, 2020
Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Reformatorisch Meldpunt is het niet toegestaan de inhoud van bovenstaand artikel te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar te maken.